Natuur en Landschap in de jaren Vijftig

Achtergrond

Wederopbouw en Groei

Het naoorlogse herstel zet in de jaren vijftig sterk door. Vooral in het begin van het decennium groeit de economie snel en stijgt de welvaart langzaam. De toekomstverwachtingen zijn hoog. In deze jaren gaat de wereld voor velen verder open.

De meeste mensen hadden een kleine actieradius. De 'belevingswereld' was beperkt tot de buurt, tot familie, vrienden, bijna altijd dichtbij. Men verplaatste zich vooral per fiets of openbaar vervoer. De motoriseringsgraad was laag. Televisie was er nog nauwelijks, men luisterde naar de radio - en dan nog binnen de eigen 'zuil'!
Want Nederland was in de vijftiger jaren nog een sterk verzuild land!

1e File 1955

Het aantal auto's groeit. Op de foto de eerste file op 1e Pinksterdag 1955 bij de (toen nog) rotonde Oudenrijn.
Nederland telde toen 268.000 auto's.

Technologie

In de jaren vijftig ontwikkelt de technologie zich snel en dringt door in huishoudens en scholen: televisie, stofzuiger, koelkast, telefoon, TL-buis. Er komen veel meer meer auto's. Geleidelijk aan gaan meer mensen vaker, langer en verder op reis en wordt voor hen de wereld 'groter'.
Kolen, gewonnen uit onze 'eigen' mijnen, vormden de grootste energiebron voor industrie en de warmtebron voor huizen. Mijnen werden (onder meer) geëxploiteerd in Nederlands en Belgisch Limburg.
Kolenmijn
  Rechtsboven: Hier de Belgische mijn Waterschei, bij Genk (1924-1987). Toen deze mijn nog open was, werden er in de weekenden excursies gehouden.
Ga met de muis over de foto, rechts: samensteller Kees van Wissen.

Aantasting

Ontginningen en ruilverkavelingen

Na de oorlog gaat de 'ontginning' van de woeste gronden en natuurgebieden in hoog tempo verder. Na de Ruilverkavelingswet van 1954 worden de ruilverkavelingen grootschaliger, 'rationeler'.
Grote delen van het land gaan op de schop: rond 1970 zijn 500 000 hectares heringericht. De landbouwopbrengsten stegen sterk, maar dat ging -althans deels- ten koste van vele Kleine Landschaps Elementen, zoals bosjes, 'overhoekjes', kronkelige slootjes, 'rommelige' weggetjes met bloemrijke bermen.

Tekst ruilverkaveling
Klik op de afbeelding voor een rapport over de geschiedenis van de ruilverkaveling

 

Strijd om de ruimte

De ruimte in Nederland wordt schaars. Van vele kanten worden claims gelegd op gebieden: bouwplannen voor stadswijken, kantoor- en industrieterreinen, voor land- en tuinbouw, voor wegenaanleg, voor afvalberging. De verschillende belangen worden in de politieke arena tegen elkaar uitgespeeld en afgewogen. Natuurbelangen delven daarbij nogal eens het onderspit.
Belangrijk hierbij was de rol van de Contact-Commissie voor Natuur- en Landschapsbescherming (1932-1972). In deze organisatie hadden onder meer de ANWB en Natuurmonumenten zitting.
De Commissie bekritiseerde overheidsplannen inzake ingrepen zoals ontginningen, ontgrondingen, ruilverkavelingen en dergelijke. Daarbij bood zij een vaak geducht tegenwicht tegen de plannen van de Rijksoverheid en de landbouworganisaties.
Later nam zij een meer coöperatieve houding aan.
Vanwege de publiciteit gaf de Contact-Commissie meer aandacht aan educatie.

Tijdschrift ContactCie

Het eerste nummer van de eerste jaargang van het tijdschrift van de Contact-Commissie, juli 1946.

Het ging deze organisatie om:
(1) Behoud en verzorging van de schoonheid van het landschap
(2) Verbreiding van de natuurbeschermingsgedachte
(3) Natuurbescherming
(4) Wetenschappelijke documentatie.

Aantasting natuurwaarden

Factoren als schaalvergroting, gebruik van kunstmest, steeds verdergaande mechanisatie, industrialisatie, vervuilende stoffen; stadsuitbreidingen worden merkbaar. De kwaliteit van het landschap als geheel, en zeker ook van natuurgebieden, loopt alarmerend terug. Natuurwaarden worden aangetast, de verscheidenheid aan landschappen loopt terug.

Natuurbeheer - het historisch cultuurlandschap behouden

In deze jaren ontstaat het besef dat natuurterreinen meerdere functies hebben. Niet alleen leefgebied voor planten en dieren, maar ook voor de -toenemende- recreatie, en als mogelijkheid tot bestudering van natuurlijke systemen.
Men realiseerde zich dat natuurterreinen eigenlijk overblijfselen zijn van historische cultuurlandschappen die vroeger een economische functie hadden.
De heide bijvoorbeeld is in Nederland nauwelijks een natuurlijk landschap, het is gemaakt door de mens vanwege een economische functie (schapen, wol, vlees, mest). De heide verloor zijn betekenis aan het einde van de 19e eeuw (onder andere door de opkomst van kunstmest). Wordt de heide aan zijn lot overgelaten, verandert deze binnen korte tijd in bos.

Veel landschapstypen zijn door mensen gemaakt: hooi- en blauwgraslanden, geriefbosjes, houtwallen, vennen, drinkpoelen, graften enzovoort. Deze landschapselementen kunnen geleidelijk in elkaar overgaan waardoor gradiënten ontstaan. Landschapstypen en gradiënten leveren een grote natuurlijke rijkdom op.

Voor deze "klassieke natuurbeschermingsvisie" is het Nederlandse cultuurlandschap van ongeveer 1850-1900 de referentie. Toen bereikten landschappelijke en natuurlijke diversiteit een hoogtepunt. Wie deze rijkdom aan landschappen, planten en dieren wil bewaren, moet er adequaat beheer op toepassen. Zoals extensief beweiden, kappen en snoeien, plaggen en uitdiepen, maaien en hooien.

IVN_Kamp Poelenherstel
Poelenherstel in een IVN-kamp.

Voorlichting en educatie

Voorlichting en educatie zijn nodig om enerzijds draagvlak bij het grote publiek te creëren voor politieke beslissingen, en anderzijds het beleidmakers te beïnvloeden. Vandaar dat verenigingen als de KNNV, de NJN, en organisaties als de Contact-Commissie en de ANWB al vroeg begonnen met kennis en informatie te verspreiden.

Gedragsbeïnvloeding is daarbij eveneens belangrijk. Tegen deze achtergrond werd eind dertiger jaren al de Bond van Natuurbeschermingswachten opgericht.