Overige Activiteiten

Afdelingsactiviteiten

Het aantal afdelingen groeide in dit decennium van 136 naar 164. Het educatieve werk is het werk aan de basis, en dat werd en wordt verricht door de vrijwilligers in de afdelingen. De activiteiten werden samengevat in het jaarlijkse 'Verslag van het werk van de afdelingen'.
Als voorbeeld staat hieronder een overzicht van de activiteiten in 1985, 1986 en 1989.

Afdelings Activiteiten 1985_86

De activiteiten staan hier uitgedrukt in het aantal werkgroepen per afdeling. Dit overzicht is samengesteld uit de rapportage van de afdelingen. Het Landelijk Bureau vroeg om deze rapporten, die door een merendeel van de afdelingen werd gegeven.

De meest voorkomende activiteit was het organiseren van excursies, wandelingen of fietstochten. In dit jaar waren er 2142 tochten met ruim 68000 deelnemers.

Diverse instellingen en organisaties deden een beroep op de IVN-afdelingen voor het organiseren van een excursie, waaraan 102 afdelingen voldeden. Het ging daarbij om verenigingen, bejaarden, campingbezoekers, gehandicapten etc. Ook tentoonstellingen werden vaak georganiseerd.

 

Schoolgidsenwerk

Vrijwilligers raakten meer en meer betrokken bij het scholenwerk. Leraren beschikken doorgaans niet over voldoende tijd, kennis en/of mogelijkheden om met kinderen natuuronderwijs te verzorgen.
Een aantal natuurgidsen ontwikkelde zich tot schoolgidsen die vooral op basisscholen actief waren. In enkele afdelingen werd een schoolgidsencursus georganiseerd.

Schoolactiviteiten besloegen onder meer:

Enkele getallen:
1986 - 95 afdelingen verrichten activiteiten voor in totaal 931 basisscholen, 41 scholen voor voortgezet onderwijs, en twee maal een pabo.
1989 - 97 afdelingen bereikten in totaal 78.500 leerlingen.

  • Schoolgidsenwerk Pijnacker
  • X-sluit

Hier staat een fragment uit een videofilm die in 1985 gemaakt werd van het schoolgidsenwerk in de afdeling Pijnacker. De oorspronkelijke film beslaat circa 15 minuten en toont ook andere aspecten van het werk, zoals het verzamelen van materialen voor de scholen.
Hier zien we twee vrijwilligsters die een polderproject voor de basisschool voorbereiden en uitvoeren.

Omdat het hier getoonde fragment afkomstig is van een kopie van een kopie is de kwaliteit niet zo geweldig!

Video 1985; 3:06

Op het tabblad een indruk van schoolgidsenwerk Pijnacker.

 

Uitgaven

Zowel het landelijk IVN als de afdelingen publiceren vele uitgaven, waardoor de uitgavenlijst sterk groeide. Hieronder enkele uitspringende titels.

  • Affiches
  • Hugo B over Uitgaven
  • Ontdekserie
  • Oecologische Flora
  • Leskist Koe
  • X-sluit
Affiche Houtwal Affiche Uilen
Affiche Vlinders

In de jaren '80 werden nog steeds affiches uitgebracht, die ook nog steeds populair bleken te zijn. Ga met muis over de afbeeldingen om het jaar van publicatie en de auteur te zien.

Bij de affiches (in deze tijd geleidelijk aan 'posters' genoemd) werd een werkboekje gemaakt met informatie en ideeën voor activiteiten of opdrachten.
Zie hieronder (ga met de muis over de afbeelding).

Fragment tekst

Voorts werden in deze tijd nog de Holenbroedersaffiche (1981, Henk Wester) en de Bosaffiche (1985, Jan Wartena) uitgebracht.

De 'Westra's' hadden de boeken 'Wilde Planten' (1970-1973) al -fantastisch!- geïllustreerd.

Interview 2013; 2:53

Hugo Bunte, adjunct-directeur en 'financiële man', was heel vaak betrokken bij de vele uitgaven die het IVN in deze jaren deed. Soms waren het betrekkelijk kleine publicaties, zoals eenvoudige opzoekboekjes of zoekkaarten, maar in deze jaren waren het ook de grote uitgaven: de Ontdekserie en de Oecologische Flora, die hoge investeringen vereisten, en waarvoor het IVN samenwerking zocht met andere organisaties zoals de VARA en de Vewin.
Hugo vertelt in dit fragment over deze uitgaven en over de samenwerking met het trio 'Westra': de illustratoren Rein (vader) en Taco (zoon) en fotograaf Chiel (zoon).

Ontdekserie

De Ontdek-serie begon in de jaren '70 met 'Ontdek de Veluwe' (1976) en 'Ontdek Het Mergelland (1978)'. In de jaren '80 kwamen daar bij: 'Ontdek de Duinen' (1980), 'Ontdek Noord-West Overijssel' (1981) en 'Ontdek de Achterhoek' (1983). Deze boeken werden uitgegeven door het IVN tezamen met de VARA, en incidenteel met andere organisaties als PWN (voor het Duinenboek).

Deze uitstekende boeken beschrijven hun gebieden van zowel de natuur- als van de cultuurhistorische kanten en geven daarmee de grote waarden er van aan. Verschillende auteurs kijken naar de geologische en landschappelijke aspecten, de flora en de fauna, de ontwikkeling van de menselijke bewoning en invloeden. En vooral de prachtige illustraties van vooral vader Rein en twee zoons Taco en Chiel Westra maken deze boeken een lust voor het oog. De boeken nodigen uit tot lezen en overdenken maar vooral tot zelf op ontdekking gaan. Een waardevolle bron ook voor IVN-ers.

Qua onderwerp spelen de boeken in op het regeringsbeleid inzake de ruimtelijke inrichting van de Nederlandse landschappen.

Wim MeijerIn 1975 bracht de CRM-staatssecretaris Wim Meijer drie zogenaamde 'Groene Nota's' uit. Doel er van was te komen tot een betere bescherming van natuurgebieden en waardevolle cultuurhistorische landschappen.

Rechts: de Groene Nota's heel kort gekrakteriseerd.

  1. Nationale Parken, over de instelling van nationale parken. Een nationaal park is een aaneengesloten natuurgebied van ten minste 1000 ha en met een bijzondere landschappelijke gesteldheid en een bijzonder planten- en dierenleven.
  2. Nationale Landschapsparken, welke benaming snel vervangen werd door 'Nationale Landschappen'. Dit zouden gebieden moeten zijn van minstens 10.000 ha en met hoge ecologische, landschappelijke en/of cultuur-historische waarden. De genoemde boeken speelden in op dit -toen!- voorgenomen beleid.
  3. Relatienota (mede ondertekend door de minister van VROM). De Relatienota ging over de samenhang tussen landbouw en landschapsbeheer en -behoud en met name over het beheer ervan. In bepaalde gebieden (relatienotagebieden) konden boeren een beheersvergoeding krijgen als zij bij het beheer en de bedrijfsvoering rekening hielden met natuur en landschap.

Aan dit beleid werd in de late jaren '80 en de jaren '90 inhoud gegeven.

EcologischeFloras

De Oecologische Flora werd uitgebracht door het IVN in samenwerking met de VARA en de Vewin. Het is een Flora opgezet volgens de gebruikelijke plantensystematiek, maar waarbij zeer veel aandacht is voor de relaties met de omgeving, de bodem, het klimaat, de overige organismen. Een echt ecologische Flora dus.

De serie van 5 boeken werd uitgebracht van 1985-1994. Het idee was afkomstig van de Westra's (vader Rein en zijn zoons Taco en Chiel), om ná het grote succes van de Landschappenserie deze rijk geïllustreerde Flora uit te brengen. Rein tekende de planten, Taco maakte nauwkeurige aquarellen van de insecten, Chiel de foto's.

Presentatie Ecologische Flora

 

Op 13 november 1985 werd het eerste deel van de Flora in de Haagse Ridderzaal gepresenteerd aan Mr. Schelto Patijn, commissaris van de Koningin in Zuid-Holland.

 

Wie is wie? Ga met de muis over de gezichten.

Koekist

Koekist2

In 1987 stelde stagiair lerarenopleiding Jaap Stuyfbergen een leskist 'Landbouw en Milieu' samen. De kist had een rijke en zeer diverse inhoud, maar stal vooral de show door de originele vormgeving, waardoor de kist de naam 'Koekist' kreeg.
Jaap kreeg de opdracht meerdere exemplaren van deze leuke én bruikbare leskist te vervaardigen. Elke provinciale consulent kreeg er een ter beschikking, en ook het Landelijk Bureau had er een voor de uitleen.
Jaap Stuyfbergen heeft later een eigen bedrijf opgezet voor het vervaardigen van lesmateriaal.
Ga met de muis over de foto.

Enkele uitspringende producties.
Koekist op de AV
De Koekist wordt getoond op de AV.
Links: Tini van der Horst (Tentoonstellingscie).
Affiche 'Houtwallen', door Jan Wartena, 1981.
Dit was het Internationaal Jaar van Heg en Houtwal,
uitgeroepen door de Raad van Europa.
UilenWerkboek
Uilenwerkboek, behorend bij de affiche. 1986
Uilen Fragment Tekst
Fragment uit het werkboekje bij de Uilenaffiche.

 

Tentoonstellingscommissie (TTC)

Tentoonstellingscommissie Zowel het Landelijk Bureau als de afdelingen timmerden stevig aan de weg en kregen veel publiciteit.
In 1984 werd de tentoonstellingscommissie opgericht, voornamelijk 'gerund' door Tini van der Horst (coördinatie), Lenie Bakker, René van Aalderen en Bert Hilhorst. Zij maakten zelf tal van materialen. Afdelingen konden deze lenen en konden ook steun krijgen. Het IVN was op diverse tentoonstellingen aanwezig, waaronder de veel bezochte Nederlandse Onderwijs Tentoonstelling (NOT).
Links: Bert Hilhorst, die zich jarenlang voor deze commissie inzette, tezamen met vele anderen. (IVN-dag, kasteel Groeneveld, 1988). De TTC gaf een informatieboekje uit - haal de muis over de foto.

Externe werkgroepen en activiteiten

De jaren '80 laten een dubbel beeld zien. Enerzijds is er nog steeds een groeiende aandacht voor natuur en milieu, anderzijds wordt er veel bezuinigd op het betrokken beleid. Zo zijn in het onderwijs (veld)biologie, ecologie en milieuproblematiek belangrijke onderwerpen, ook in de eindexamens opgenomen. De politiek presenteert voornemens om NME te stimuleren, blijkens de Nota 'NME, een meerjarenvisie' (1988). Maar er wordt in deze economisch moeilijke jaren financieel flink gekort op de ondersteunende mogelijkheden. Er wordt überhaupt op onderwijs stevig gekort !

Positief

1981 - Het eerste Veldstudiecentrum in Nederland wordt geopend, in Orvelte, Drenthe. Doel was het creëren van een centrum van waaruit veldstudiecursussen gegeven konden worden, vooral bedoeld voor scholen en lerarenopleidingen.
Zie voor meer informatie het tabblad hieronder.

MN Themanr Landbouw1987-88 - Er wordt een grote Europese campagne gehouden voor (het behoud van) de Landelijke Gebieden. Allerwegen zijn er bedreigingen door uitbreiding van woon- en industrieterreinen, monocultures en schaalvergroting van agrarische bedrijven. Van 'duurzaamheid' is weinig sprake. Mens & Natuur komt in het voorjaar 1988 met een themanummer 'Landbouw en Milieu'.

1989 - De oprichting van het Nationale Park Schiermonnikoog. Er waren al nationale parken in Nederland, die in handen van particulieren waren, namelijk 'De Veluwezoom' (1930), 'De Hoge Veluwe' (1935) en 'De Kennemerduinen' (1950). In 1980 besloot de Nederlandse rijksoverheid over te gaan tot het stichten van nieuwe Nationale Parken. Bij de Nationale Parken kwam tenminste één educatief medewerker, die administratief (en ook inhoudelijk!) ondergebracht werd bij het IVN.

Negatief

Door bezuinigingen op gemeentelijk niveau worden schoolbiologische diensten gekort of zelfs opgeheven.
1984 - De schoolbioloog van Enschede wordt wegbezuinigd.
1986 - De Haagse Dienst School- en Kindertuinen houdt op als zelfstandige instelling en wordt samengevoegd met de Dienst Gemeenteplantsoenen onder de nieuwe naam 'Groenvoorzieningen en Milieueducatie'. Het buitenhuis in Wilhelminaoord blijft -gelukkig!- behouden.
Ook in Rotterdam en Amsterdam wordt bezuinigd op de natuureducatieve en schooltuinvoorzieningen.

1986 - De Hortus botanicus in Amsterdam, eigendom van de UvA, wordt met opheffen bedreigd. Door de inzet van de nieuw opgerichte Stichting/Vereniging Vrienden van de Hortus wordt deze eeuwenoude tuin (uit 1682!) vooralsnog gered. Er ontstaat een samenwerkingsverband van diverse (ook NME-)-organisaties in de 'Groene Plantage'. Deze ontwikkeling blijkt van belang voor de toekomstige huisvesting van het Landelijk Bureau van het IVN.

  • Veldstudiecentrum
  • Gerard J over Nationaal Park Schier
  • X-sluit

In 1978 werd de Stichting Veldstudiecentra in het leven geroepen. In het bestuur ervan waren vertegenwoordigd:

  • de KNAG (Kon Ned Aardrijkskundig Genootschap),
  • NVON (Ned Ver voor Onderwijs in de Natuurwetenschappen)
  • het IVN.
Deze stichting werd door CRM gesubsidieerd. Volgens de statuten is het doel van de stichting 'het bevorderen dat leerlingen vanaf de bovenbouw van de basisschool, studenten aan pedagogische academies en lerarenopleidingen en andere groepen die dat wensen, door middel van veldstudiecursussen de gelegenheid krijgen de verscheidenheid en de relaties in het milieu en de invloed van de mens daarop te leren kennen, begrijpen, waarderen en beleven.

Er is toen gewerkt aan het realiseren van het veldstudiecentrum te Orvelte. Men wil hier de werkweek goed inrichten, maar die moet niet op zichzelf komen te staan. Er moet dan ook een introductieprogramma komen, samengesteld in overleg met de betrokken leerkrachten of begeleiders. Tijdens de werkweken kunnen de aspecten van NME bestudeerd worden: geologie, biologie, cultuurhistorie, agrarisch, geografisch. Het veldstudiecentrum heeft faciliteiten voor 40 cursisten met hun begeleiders, vier slaapzalen en enkele kamers, practicumlokaal, filmruimte, bibliotheek, hulpmiddelen voor veld-studiewerk etc.

De kosten van een werkweek werden in 1981-1982 geschat op ten hoogste f 125.

Orvelte
Klik op de afbeelding voor meer historische informatie.

Woldhuis
Behalve dit Veldstudiecentrum bestond al de Stichting School in Bos en Landschap, kortweg Sibel. Deze had (en heeft) als centrum 'Het Woldhuis' te Apeldoorn.

In 1992 zijn beide centra gefuseerd tot de Stichting Veldwerk Nederland (SVN).

Het Nationaal Park Schiermonnikoog is ingesteld in 1989. Maar de voorbereidingen werden al veel eerder getroffen, en daarbij was Gerard Jutten als toenmalig provinciaal consulent Friesland (1976-1986) nauw betrokken.
Gerard vertelt in dit fragment hoe de samenwerking met andere partijen verliep (waaronder de Waddenvereniging) en hoe mede door zijn bemoeienis ook voorzien werd in natuur- en milieueducatie.

Interview 2013; 2:02

 

Voortvloeiend uit de Nota 'Nationale Parken' (1975) besloot de rijksoverheid in 1980 tot het daadwerkelijk stichten van een stelsel van nationale parken. De definitie van een 'NP' luidde:

Een nationaal park is een aaneengesloten natuurgebied van ten minste 1000 hectare, bestaande uit natuurterreinen, wateren en/of bossen, met een bijzonder landschappelijke gesteldheid en planten- en dierleven, waar tevens goede mogelijkheden zijn voor recreatief medegebruik.

Anno 2014 zijn er twintig nationale parken in Nederland. Bij de nationale parken werden educatief medewerkers aangesteld. Deze traden in dienst van het IVN.

WADLOPEN

Videofragmenten, 1994; 2:40. Ze zijn gemaakt door
Hans Baars, filmenthousiasteling, die jaren meeging op waddentocht en er verschillende films van maakte.

Grootschalige natuurgebieden zijn er nauwelijks in Nederland. Het waddengebied is daar een gelukkige uitzondering op. Beleven van de 'grote natuur' is hier nog mogelijk. Eén van de manieren waarop dat kan is door het wadlopen.
Wadlopen werd al door enkelingen gedaan in de jaren veertig. Later, in de zestiger en zeventiger jaren, groeide dit uit grootschalige (helaas deels commerciële) activiteit. Diverse clubs boden én bieden tochten aan.
Samensteller dezes is jarenlang wadloopgids geweest en getuigt dat het mentaal en fysiek ervaren van de 'grote natuur' een geweldige beleving is. Deze vorm van de natuur- en milieueducatie stimuleert de belangstelling voor én de wens tot bescherming van dit fantastische gebied.

Enkele activiteiten en relaties.