Tijdsbeeld

Decennium van verandering

De jaren zestig brachten veel onrust en veranderingen. Maar dat was vaak niet negatief. Er waren gevoelens van hoop op verbetering, vernieuwing, vrijheid.
Samengevat zijn de grote thema's van de jaren zestig:

  • John F. Kennedy
  • Maatschappelijke onrust
  • X-sluit

President John F. Kennedy (1960-1963) hield bevlogen toespraken., zoals dit fragment uit zijn inaugurale rede.
Kennedy bewerkte een golf van enthousiasme, ook in Nederland.
Fragment 1960; 0:27

Kennedy zette aan tot de Gemini- en Apolloprojecten die leidden tot de landing op de maan (juli 1969), die rechtstreeks op de televisie te zien was. Amerika was gewikkeld in een wapenwedloop met de Sovjet-Unie, die onder meer leidde tot de ontwikkeling van zeer zware raketten. De Russen plaatste begin jaren zestig raketten op het communistisch geworden Cuba hetgeen leidde tot de Cuba-crisis (1962). De wereld stond aan de afgrond van een kernoorlog. De angst voor zo'n vernietigend conflict leidde over de hele wereld tot betogingen en verzet.

Scott MacKenzie had in 1965 een superhit met dit nummer "San Francisco". Het was een cultnummer dat paste bij de 'Flower Power'. De sfeer van 'make love, not war' sprak vele jongeren aan. Zij stonden bekend als 'hippies' met veelal lange haren, baarden en snorren. Ze experimenteerden met andere samenlevingsvormen, kleding, met 'vrije seks'. Door ouderen werden ze wel betiteld als: 'langharig, werkschuw tuig'.
(De video komt direct van Youtube).

 

Provo is in zekere zin te beschouwen als een voortzetting van de 'Flower Power'. Hier ging het echter om het uitdagen, provoceren, van de autoriteiten, ofwel de 'regenten'. Robert Jasper Grootveld hield op het Spui 'anti-rook protesten' - die uitgroeiden tot de 'happenings'. Zie 'Herinneringen aan Jasper Grootveld'.

Er is in 2014 een film gemaakt over de roerige jaren zestig en de Provobeweging onder de titel: "Rebelse Stad". Klik hier voor de trailer (op Youtube).

De generatie van net na de oorlog (de 'babyboomers') werd volwassen en kwam op vele terreinen in verzet tegen de gevestigde orde. Dit verzet had meerdere kanten.

  • Het kon 'speels, ludiek' zijn, zoals bij de 'hippies' en de flower-power-beweging. Hier streven de jongeren vrede na, vaak als reactie op de Vietnam-oorlog. Zij experimenteren met andere samenlevingsvormen, met kleding, met drugs, met vrije seks. Dit wordt mogelijk gemaakt door de anti-conceptie pil. Er ontstaat een volledig nieuwe subcultuur, met het legendarische Woodstock als hoogtepunt.
  • Verzet tegen de gevestigde orde werd deels harder. De provo-beweging (1965-1967) was nogal mild, later ontstonden hardere vormen van protest.
  • Jeugdprotesten mondden uit in de grote studentenopstanden in de tweede helft van het decennium. Die waren hevig in Parijs en Berlijn, later ook in Amsterdam -met in 1969: de Maagdenhuisbezetting. De studenten wilden meepraten en meebeslissen over lesprogramma's, cursus-inhouden en bestuurlijke vraagstukken. De onrust sloeg deels over op andere delen van de bevolking.
  • In de jaren zestig werden ook de kiemen gelegd van de vredes- en de milieubeweging.
Op de tabbladen wat meer over de maatschappelijke ontwikkelingen en onrust.

 

Bevolkingsgroei

De bevolking groeit van 11,5 miljoen in 1960 tot bijna 13 miljoen in 1970. Overheden worden veel actiever en gaan steeds meer over op het maken en (doen) uitvoeren van plannen en structuurschema's voor grote infrastructurele werken en stadsuitbreidingen.
Er komt een Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO, 1965) waarin een stelsel van plannen omschreven wordt. De verantwoordelijkheid voor de inrichting van de ruimte wordt deels naar lagere overheden wordt overgeheveld (streekplannen, bestemmingsplannen ).

2e Nota RO Stedenbanden

"Ruimte voor de volte" - de 'Stedenbanden' met de groeikernen. Vele plannen zijn gemaakt, waarvan -gelukkig- niet alles is uitgekomen.

Het kaartje hiernaast komt uit de Tweede Nota op de Ruimtelijke Ordening, 1966. De centrale overheid ging uit van een bevolking van 20 miljoen in 2000. Al die mensen moesten ergens wonen, werken, reizen en recreëren. Maar men wilde voorkómen dat het hele land zou dichtslibben. Voorzien was een samengroeien van stedelijke gebieden tot 'stedenbanden' (zoals de Bandstad Twente). Maar het grote antwoord was 'gebundelde deconcentratie' waarbij 'groeikernen' zouden komen op enige afstand van de bestaande grote steden (als rond Amsterdam, Rotterdam). Daarnaast zou er een 'bufferzone-beleid' gevoerd worden waarbij open ruimtes tussen de stedelijke kernen bleven bestaan.

Er zijn later nog vijf Nota's op de R.O. uitgekomen (1960, 1966, 1973, 1988, 2001). Tussendoor werden de nota's bijgesteld. In de latere nota's werd het groeikernenbeleid afgebouwd.

Rond de oudere stadskernen komen nieuwe wijken met voornamelijk flats. Later begonnen stadsbewoners te verhuizen naar 'groene' nieuwbouw in de groeikernen verder van de steden af: de 'overloop' kwam op gang. Dit werd mogelijk gemaakt door het toenemende autobezit en het gereedkomen van nieuwe spoor- en snelwegen, bruggen en tunnels.

In het ontwikkelde planologisch systeem kwam de bestemming 'natuurgebied' er vooralsnog bekaaid af. Toch was er wel enig besef bij de overheid, blijkens dit fragment uit de troonrede van 1961 (links).

Toenemende welvaart

In de jaren zestig groet de economie sterk. De industriële productie neemt toe met een factor twee tot drie. Het algemeen welvaartsniveau stijgt en de lonen gaan omhoog (loongolf 1963). Huishoudens hebben meer te besteden, en ze raken voorzien van steeds meer apparaten: koelkast, wasmachine, telefoon, auto, televisie. Huizen, scholen, kantoren worden groter en luxueuzer (centrale verwarming!). De vraag naar energie neemt navenant toe; deze zal in de volgende decennia explosief stijgen.
Mensen werken minder: de vrije zaterdag komt, de werkweek wordt gemiddeld 40 uur. Men krijgt meer vakantiedagen en gaat er vaker op uit. De openlucht-recreatie neemt toe, net als het aantal kampeerterreinen.

Groen en ook al Grijs

Paradox: economie en welvaart groeien, natuur en milieu raken aangetast. Voor dit laatste was aanvankelijk weinig aandacht, maar er kwamen tegengeluiden.

Natuurbeschermingsorganisaties zien hun ledenaantallen stijgen

  • Ontwikkeling Natuurmonumenten
  • IVN-film 'Om het laatste groen'
  • X-sluit
Ledenaantallen

NM Bezittingen

Prof Dr Oudemans

Prof. Dr. J. Th. Oudemans was een bekend entomoloog (1864-1932).

Prof. Dr. J. Th. Oudemans was de eerste voorzitter van NM (1906-1927). Hij schreef de eerste propagandabrochure, die hij persoonlijk op de Heren- en Keizersgracht in de bussen deed.
NM begon in 1906 met 500 leden, en dertig jaar later, in 1936, waren dat er ruim 11.000. De groei in het ledenaantal zette gestaag door. NM was zeer actief in het aankopen van bezittingen, waardoor het areaal beschermde terreinen ook toenam. De meeste activiteiten van NM waren in de beginjaren vooral op de eigen leden gericht.
Het in 1960 ontstane I.V.N. richtte zich op de natuureducatie, en deed dat in samenwerking met NM.
Een sterke groei maakte NM door met de Actie Deelerwoud in 1967 doordat veel nieuwe leden zich meldden. Het I.V.N. heeft daarbij een positieve rol gespeeld door tal van excursies voor het grote publiek te verzorgen..


Film, ca. 1966; 5:37

Delen van de gedigitaliseerde versie van het laatst bestaande exemplaar (voor zover bekend!). Tientallen vertoningen hebben krassen en strepen achtergelaten. Helaas was het niet mogelijk die te verwijderen. Ook het geluid is niet erg fraai meer. Maar de film geeft een interessant beeld van hoe men in de jaren '60 tegen natuur, aantastingen en bescherming daarvan aankeek.

In de jaren zestig verkreeg het I.V.N. een aantal natuur-films. Die werden uitgeleend aan onder meer afdelingen en ook vertoond in de werkkampen. Sommige films waren Engelstalig ('Between the Tides', 'Journey into Spring'), maar de film 'Om het Laatste Groen' was Nederlandstalig en eigendom van het I.V.N. Van de 16 minuten durende film zijn er hier ruim 5 te zien.
Het onderwerp betrof de aantastingen van 'de natuur' door bevolkingstoename, economische en welvaartsgroei.
Aan de orde komen onder meer:

  • Uitgangsreferentie: situatie rond 1860 - dit is wel erg geïdealiseerd!
  • De moderne tijd met industrialisatie, mechanisatie, bevolkings- en stedengroei, toerisme enzovoorts.
  • Aantasting van de natuur en groter wordende afstand bevolking ← → natuur
  • Bescherming van de natuur door o.a. NM
  • I.V.N. brengt o.a. jongeren in direct contact met de natuur via de natuurbeschermingswerkkampen
Op de tabbladen meer over Natuurmonumenten en een I.V.N.-film

 

De eerste milieuactiegroepen ontstaan

De belangstelling voor het milieu en de milieuproblematiek steeg snel in dit decennium. De 'milieubeweging' kreeg duidelijk de wind in de zeilen. Enkele mijlpalen:

Zilveren Sluiers
Kees Wevers

 

Het I.V.N. groeit