Cursussen
Bestuursbeleid
In de jaren tachtig worden vele natuurgidsencursussen georganiseerd en stijgt het aantal natuurgidsen sterk. Daarnaast komen er steeds meer andere cursussen. Het Bestuur ziet de deskundigheidsbevordering als een kernpunt. De sector Training en Vorming wordt dan ook versterkt. De natuurgidsencursus wordt zeer kritisch bekeken en er komt een nieuwe editie.
Bij deze activiteiten weet het Bestuur zich -op enige afstand!- gesteund door het Regeringsbeleid, dat inzet op meer NME-activiteiten.
- Beleidsplan 1978_82
- Beleidsplan 1986_90
- Regeringsbeleid
- X-sluit
Het Beleidsplan 1978-1982: “Cursussen en andere trainingsvormen worden voorbereid voor groepen medewerkers als : afdelingsbesturen, schoolgidsen, organisatoren van vrijwillig educatief natuurbeheer enz.” Dat voornemen werd gerealiseerd met een programma van landelijke training- en studiebijeenkomsten, dat sinds drie jaar voor een belangrijk deel wordt georganiseerd door het landelijk bureau en dat voor alle IVN-ers openstaat.’ (Mens en Natuur, januari 1981).
Daartoe organiseerde de sector Training en Vorming weekenden.
|
Het Beleidsplan 1986-1990. 1 - De uitgangspunten van het IVN-werk worden geformuleerd:
2 - Een grote inzet op deskundigheidsbevordering, op inhoudelijk en organisatorisch terrein. Aspecten:
3 - Ontwikkeling van groene naast grijze educatie ('Natuur, Mens en Milieu'). |
Maart 1988: De ministers van Landbouw en Visserij en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer publiceren (met instemming van het Ministerie van Onderwijs) de nota ‘Natuur- en Milieueducatie, een meerjarenvisie’ aangeboden aan de Tweede Kamer (kamerstuk 20487). Aan de voorbereiding van deze nota is zeer actief meegedacht en -gewerkt door Gerard Jutten in zijn functie van beleidscoördinator IVN.
In latere jaren hebben de ministeries meerdere malen een dergelijke nota uitgebracht. |
Sector Training en Vorming
1981 - Het Bestuur besluit de sector Training en Vorming te versterken. Tot dan toe werkte hier Laura van Deijl in part-time. Door financiële steun van de Stichting tot Behoud van de Fondsen uit de Actie Natuur werd het mogelijk, vooralsnog voor een periode van drie jaar, de bemensing uit te breiden tot één FTE. De vacature werd opgevuld door Sjon Klaaijsen. Hij had binnen het bureau van de vereniging een intensieve stage gedaan en Laura al tijdelijk vervangen.
![]() |
1982 - De sector T&V wordt definitief op sterkte gebracht. Links: de sector Training en Vorming in 1982. Ga met de muis over de gezichten. |
In deze tijd begonnen de nascholings- en trainingsbijeenkomsten een bloeiende tak binnen het IVN te worden. De sector T&V verzorgde al vanaf 1980 docententrainingen. Al deze activiteiten waren bedoeld om met andere IVN-ers werkervaringen uit te wisselen en met elkaar nieuwe methoden uit te proberen. Die werden georganiseerd en uitgevoerd door regionale groepen, districten en het landelijk bureau. Het ging onder meer om gidsenweekenden, themadagen, nascholingsbijeenkomsten en dergelijke.
Vernieuwing van de natuurgidsencursus
1982/1983 - De natuurgidsencursus (ngc) komt weer in discussie. Deze wordt gevoerd vanuit en tussen auteurs, docenten, de BCN en de sector T&V. Ontwikkelingen, wensen en gedachten worden uitgewisseld, besproken en geïnventariseerd.
Er wordt een projectgroep gevormd die in alle afdelingen en districten een 'Brede IVN Discussie' (kortweg BID) organiseert. In het voorjaar van 1983 is er een landelijke studiedag ngc, gevolgd door regionale trainingsdagen. Alle ideeën, wensen, gedachten over gewenste veranderingen in de ngc worden verzameld en geordend.
De sector T&V coördineert alle processen en producten.
1983 - De BID leidt tot de bestuursnota 'Kernpunten vernieuwing natuurgidsencursus'. De belangrijkste punten:
- De ngc wordt dé interne kadercursus voor alle IVN-activiteiten
- De ngc richt zich op de mogelijkheden van elke individuele cursist
- Er komt een accentverschuiving van kennisgericht naar praktijkgericht leren
- Stages worden ingevoerd in de IVN-afdelingen
- Milieuaspecten krijgen in de ngc een duidelijke plaats
- Er komt meer aandacht voor didactische vaardigheden
- Er komt aandacht voor sociale vaardigheden, oner meer werken in en als een groep
- De ngc wordt een afdelingsactiviteit, met een verantwoordelijk team van IVN-ers, met onder andere een groep docenten
![]() |
1984 - Op het Landelijk Bureau start een 'Info-lessenbank' ((links): een verzameling van materialen die door de en voor de cursussen gebruikt kunnen worden. Docenten wordt dringend verzocht zelf ontwikkeld cursusmateriaal ter beschikking te stellen aan de info-lessenbank. |
1985 - Aan de nieuwe ngc wordt gewerkt door een ontwikkelinggroep, genaamd PLONG (Project Leerstof Ontwikkeling Natuur Gidsencursus). Het cursusboek moet tijdens de cursus het boek van de cursist zélf worden: bekeken, aangevuld, opgevuld met eigen materialen, vooral ook begrepen en hopelijk gewaardeerd. Het wordt een losbladig systeem.
De
sector T&V coördineert het proces met enkele anderen in een Stuurgroep Cursusvernieuwing.
1987-1988 - Het nieuwe 'Cursuswerkboek voor de IVN-natuurgidsencursus' verschijnt (in achtereenvolgende delen), samengesteld door een schrijvers-collectief. Enkele kenmerken:
- Er is een -losbladig- werkboek, met veel ruimte voor eigen inbreng van de cursisten
- De hoofdstukken (katernen) hebben het karakter van voorbeeldmateriaal
- Het materiaal is afgestemd op de volwassenen-educatie
- Er zijn aparte delen voor docenten, cursisten en achtergrondinformatie
- Er is een duidelijke structurering van het lesmateriaal, onder andere voor docenten
- Cursisten worden nadrukkelijk uitgenodigd tot meedenken en meedoen
- Er is een uitgebreid ('Naslag'-)katern over educatieve werkvormen binnen de NME
1988 - De Stuurgroep beëindigt de taken. Er komen nu 'Overlegdagen Kadervorming', die een tot twee keer per jaar worden georganiseerd.
Sturing blijft noodzakelijk, want lang niet alle districten (provincies) zijn even ver gevorderd in het vernieuwingsproces. Deels komt dit door te weinig BCN-ers, en/of te weinig training.
- Achtergrond
- Les_Video
- Onderwijskundig
- Enkele materialen
- BCN
- Ton Lommers
- X-sluit
Bij de ontwikkeling van het nieuwe cursusmateriaal beoogden de samenstellers een accentverschuiving van kennisgericht naar praktijkgericht leren. Ervaringsleren is het uitgangspunt: eigen waarnemingen en eigen ervaringen.
Het materiaal neemt ahw de rol van de docent over. Sommige cursisten moeten aan zo’n werkwijze wennen. Het verwachtingspatroon is doorgaans dat direct kennis wordt overgedragen. In de natuurgidsencursus nieuwe stijl is veel ruimte voor vergaring van kennis, werken in groepjes, werken op eigen kracht. Het is van belang dat de docent in het begin van de cursus inventariseert hoe ver de cursisten al zijn, wat ze al weten. |
Video ca. 1977-1978; 1:53 Hierboven enkele fragmenten uit een 'instructie-video' die eind jaren '70 werd gemaakt. Het betreft een excursie gegeven door Edmond Staal van het Limburgs Landschap op het landgoed ´De Hamert´. Deze video is gemaakt in opdracht van het IVN (afd. Amsterdam) om gebruikt te worden als (didactisch) voorbeeldmateriaal tijdens de gidsencursus. Tijdens de excursie activeert de rondleider de deelnemers om op onderzoek te gaan bij een van de vennen. |
Hierboven een fragment van de Zoekkaart die hier gebruikt wordt. Zoekkaarten met verschillende onderwerpen zijn onder meer door het IVN uitgegeven. Hoewel beperkt, boden ze toch een eerste ingang om planten of dieren op naam te brengen ( in elk geval op 'groep'). |
In alle vormen van onderwijs, en ook in de volwasseneneducatie, wordt steeds meer nagedacht over hoe mensen leren. Leerpsychologie en Onderwijskunde worden aparte studiegebieden. Onderwijskundige begrippen en leerpsychologische opvattingen spelen ook bij het ontwerpen van de nieuwe natuurgidsencursus een rol. Lida Henning, werkzaam in de volwasseneneducatie en actief binnen de BCN, heeft hier veel aan bijgedragen. |
Dit is de bekend geworden 'Leercyclus van Kolb'. |
In de leerpsychologie dringen opvattingen van de Amerikaan David Kolb door tot in het reguliere onderwijs en in de volwasseneneducatie. Leren is efficiënt als het tot een duurzame gedragsverandering. Dat is het resultaat van het cyclisch doorlopen van een proces waarbij vier gedragingen op elkaar inhaken. Daarbij staan de leeractiviteiten centraal en niet de leerstofopbouw. |
Het 'doelenveld' is een manier om een cursus mede vorm te geven. Doelstellingen kunnen op verschillende gebieden gelden. |
In de onderwijskunde komt er veel aandacht voor doelstellingen. Wat wil je precies bereiken? Het is handig om de doelstellingen duidelijk te formuleren (waar mogelijk in gedragstermen), en ze te onderscheiden in:
Dit schema is afkomstig van Frans Keuchenius, (toen) bioloog-didacticus van de Universiteit Utrecht. |
Deze achtergronden passen bij de andere opzet van de natuurgidsencursus. Vroeger was er vaak één docent, soms twee, en lag de nadruk sterk op kennisoverdracht. Het waren wel vaak goede docenten die heel inspirerend konden zijn. Later kwam er meer en meer een team van docenten, die vanuit een verschillende achtergrond meerdere werkvormen toepasten. Cursisten werden gestimuleerd tot een eigen inbreng en hun eigen ontwikkeling. |
![]() Ga met de muis over het boek, je ziet de Inhoud. |
Het nieuwe boek Opleiding Natuurgids was losbladig. Het bestond uit verschillende blokken die mede een voorbeeldfunctie hadden. Elk blok had een Docentendeel, een Cursistendeel en een Informatiedeel. Doel was dat elk blok 4 à 5 bijeenkomsten zou beslaan. Ook was er 'huiswerk' waarvoor vele suggesties voor opdrachten opgenomen waren. |
![]() |
![]() |
Enkele voorbeelden uit het rijke materiaal. Ga met de muis over de afbeeldingen.
Groei en Activiteiten van de BCN - een kort overzicht. |
Jaren '60 | Het aantal natuurgidsencursussen was in de beginjaren '60 klein. Er was het boekje van Br. Dr. Theowald, maar elke cursusleider kon naar eigen inzicht hier accenten en opvattingen inbrengen. Vaak betrof het docenten uit het onderwijs die betrokken waren bij natuur (én ook al milieu!). |
Jaren '70 | Naarmate het aantal natuurgidsencursussen groeit, ontstaat er behoefte aan meer afstemming en stroomlijning. Tevens wordt meer om ' didactiek' en 'methodiek' gevraagd. |
1972 | Er kwam er al een stuk 'Regels en Aanwijzingen betreffende de natuurgidsencursussen' (namens het Bestuur uitgegeven door consulent Jaap Zwier). Hierin werden onder vermeld: doel van de cursus, erkenning voor het Dagelijks Bestuur, de cursusduur, omvang de stof, uitreiking diploma, de wijze van examineren; en: bindende regels voor docenten, cursisten en organisatoren. |
1972 | Het Bestuur stelt een 'Driemanschap' in dat zich namens het Landelijk Bureau met de cursussen zoals die in het land gegeven worden gaat bemoeien. Dit driemanschap had een beperkte controlerende taak, maar ook een adviserende. Vaak woonden de 'driemannen' als gecomitteerde examens bij. Zij vingen natuurlijk ook de kritische geluiden op, waardoor het idee ontstond een ander cursusboek te maken, hetgeen ook in 1975 gerealiseerd werd ("Grasduinen en Vossen'). |
1978 | Het Driemanschap wordt uitgebreid tot een 'Zesmanschap'. Deze organiseert de assistentie aan cursusteams verder (vroeger was er doorgaans één docent, soms twee, maar geleidelijk aan komen er steeds meer docententeams). Er komen producties met ondersteunende notities voor docenten en cursisten. |
1981/1982 | Oprichting van de Begeleidingscommissie voor de natuurgidsencursussen, BCN, met mandaat van het IVN-bestuur. In enkele provincies groeit de BCN verder uit tot een districtsteam dat afdeling daadwerkelijk begeleidt en ondersteunt. De groep BCN-ers telt meer dan 20 leden. Later werd het mandaat bijgesteld naarmate in de jaren '80 het vernieuwingsproces van de ngc werd doorgezet. |
1985 | Er komen - parallel aan de vernieuwde ngc - nieuwe landelijke cursusrichtlijnen. Deze betreffen organisatie en inhouden van de cursus, het aanmelden bij de BCN alvorens toestemming (erkenning) van het landelijk IVN te krijgen. Later groeit dit uit tot een map met de titel 'Vanaf de Zijlijn'. |
Rond 1990 | De BCN wordt een min of meer professioneel werkende groep van vrijwilligers met een grote opdracht.
|
Interview 2014; 2:01 |
Ton Lommers was al heel vroeg zeer betrokken bij het IVN-werk. Begonnen als -een héél jonge- natuurwachter werd hij natuurgids en docent ngc in hart en ziel. In de jaren zeventig werd hij door Dirk Huitzing, toen organisatieconsulent, gevraagd lid te worden van de begeleidingsgroep van de natuurgidsen-cursussen. Deze commissie groeide later uit tot de BCN, en hierin heeft Ton heel veel werk verzet. Mede vanuit zijn onderwijsachtergrond heeft Ton sterk bijgedragen aan de modernisering en structurering van de ngc. Hier vertelt hij iets over zijn inbreng en zijn ervaringen. |

Nog meer cursusactiviteiten
Meer cursussen. Naast de natuurgidsencursus breidt het palet aan cursussen zich steeds verder uit. Vaak betreft het lokale initiatieven, op afdelings- of districtsniveau. Sommige zijn incidenteel, andere worden vaker gegeven en dringen door tot op landelijk niveau.
Zomerweek. Uit de samenwerking van opleidingsgroepen, de BCN en de sector T&V ontstaat het idee voor een 'zomerweek'. Het moest een kampweek worden bedoeld voor actieve IVN-ers die hier ervaringen kunnen opdoen en uitwisselen. De week is onder meer bedoeld voor hen die moeilijk een weekend wegkunnen. Het gezin kan hier meekomen. Het idee stoelde onder meer op de BWO-kampen.
- Cursussen
- Zomerweek
- Storytelling
- Interviews met IVN-ers
- X-sluit
Al in de jaren '70 werden natuurgidsen actief betrokken bij scholen. Later kwamen er specifieke schoolgidsencursussen. |
Het IVN als geheel doet veel aan deskundigheidsbevordering via diverse cursussen. Er ontstaat een bouwwerk af van diverse opleidingen. En al eerder klonken er geluiden op binnen het IVN om te komen tot een samenhangend geheel op cursussen.
|
Boven: De eerste Zomerweek, Bakkeveen, 1984.
|
De eerste IVN-Zomerweek vond plaats in Bakkeveen. De IVN-vrijwilligers organiseerden deze week zelf, maar werden aanvankelijk gesteund vanuit het Landelijk Bureau. Later werd deze ondersteuning geschrapt en werd de Stichting IVN-Zomerweek opgericht. Vanaf 1984 is elk jaar een Zomerweek georganiseerd. Een opgave ervan staat op de de site van de Stichting IVN-Zomerweek. |
![]() |
Een nieuwe activiteit is het vertellen van verhalen, story-telling. Deze techniek biedt veel mogelijkheden voor NME. Je kunt je boodschap veel beter verpakken in een spannend verhaal dan in een droog betoog. 'Je wordt niet zo maar een goede verteller! Dat moet je leren, en het is niet alleen je stem, maar je hele palet aan non-verbale uitdrukkingen: houdingen, gebaren. Je moet ook in een verhaal kruipen, het moet als het ware jóuw verhaal worden.' Jan Wartena schreef een fantastisch boekje óver het vertellen van natuurverhalen, en dat ook verhalen bevat: 'Het Beest, en andere vertellingen uit de natuur'. Aanbevolen! |
Video-interview 1988; 2:23 - Piet Brock |
Video-interview 1988; 2:50 - Yna van der Meulen |
Hier staan twee (ingekorte) interviews met IVN-leden uit 1988. Het zijn audio-opnamen die voorzien zijn van foto's. Beide IVN-ers vertellen waarom en hoe ze aan de cursussen zijn gekomen (groencursus, gidsencursus). Tevens komen op de foto's enkele uitgaven van het IVN in de tijd gedaan, voorbij.
Piet Brock was lid van de afdeling Heeze-Leende, Yna van der Meulen van de afdeling Breda.

Bea Peters bespreekt het werkblad met een collega-gids.