Cursussen

Het opleiden van natuurgidsen was vanaf het begin één van de I.V.N.-doelstellingen (Statuten, art. 3). Bij de vorming van het I.V.N. werd hiervoor een Studiecommissie gevormd. Deze moest zich onder meer buigen over het realiseren van een natuurgidsencursus ('ngc'). Van deze commissie maakten onder meer deel uit Dr. Br. Theowald van Leeuwen, Dr. P.J. van Nieuwenhoven en Peter Nijhoff.

Het doel van de natuurgidsencursus was niet zozeer om de deelnemers gedetailleerde kennis van planten en dieren bij te brengen. Het verwerven van dergelijke kennis zou jaren duren. Doel was wel de deelnemers zoveel kennis én kunde bij te brengen dat ze op zinnige wijze educatieve activiteiten konden ondernemen, waarbij excursies voorop stonden. Het ging er ook om deelnemers een ecologische kijk bij te brengen, om allerlei zaken in de natuur te zien in samenhang en als zodanig te presenteren.

 

Eerste cursussen

1958-1959 - Jan Nijkamp verzorgde op de Haagse Dienst voor School- en Kindertuinen een cursus voor 40 mensen die allen al de nodige veldkennis hadden. Deze cursus omvatte theorie (20 avonden) en praktijk. Jan had al in de jaren '50 ideeën over wat later de cursus opleiding natuurgids zou worden.

1961 - De eerste 'echte' I.V.N.-cursus werd gegeven in de afdeling Amsterdam, opgericht in 1960. Broeder Dr. Theowald van Leeuwen, leraar biologie (natuuronderwijs) aan de RK Kweekschool 'Magister Vocat', ontwikkelde en verzorgde deze cursus. Hij werd bijgestaan door de bekende Amsterdamse Bos-wachter Piet Brander en J.P. van Blijdestijn. Er werden 12 theorieavonden en 6 excursies georganiseerd. Theowald maakte per cursusavond een syllabus voor de deelnemers. De cursisten kregen ook opdrachten, en aan het einde werd een soort examen afgenomen. Het hoofdbestuur van het I.V.N. hield nauw contact met het Amsterdamse experiment.
Voorzien was een cursus voor ongeveer 30 deelnemers, maar er meldden zich 72 belangstellenden. Een parallel-cursus bleek noodzakelijk.
De cursus van Theowald was eenvoudiger dan die van Jan Nijkamp. Er kwam dan ook wel kritiek op, mede besproken in de Studiecommissie.

  • Br Theowald
  • Materialen NGC
  • Piet S over eerste NGC
  • Diploma's
  • X-sluit

Br Dr. Theowald van Leeuwen

Broeder Dr. Theowald van Leeuwen (1919-2003). Na zijn uittreden behield hij zijn kloosternaam 'Theowald', waaraan hij zijn 'idealen had verbonden'.

Broeder Theowald van Leeuwen, hier in 1961, was lid van de Congregatie 'Broeders van Maastricht'. Hij werkte aanvankelijk als broeder-onderwijzer. Maar hij wilde -en mocht! - biologie studeren, en promoveerde in 1957 (op de larven van de 'Tipulidae', Langpootmuggen). Daarna werd hij leraar natuuronderwijs aan de RK Kweekschool 'Magister Vocat'.
Theowald had veel belangstelling voor het milieu en zag de achteruitgang van planten en dieren met zorg aan. Hij voelde zich derhalve aangetrokken tot de organisaties die aan milieu-educatie wilden doen, zoals het IVN. Hiervoor schreef hij de eerste 'Natuurgidsencursus' (1961-2), die ook meerderen van zijn kweekschoolleerlingen gevolgd hebben. Op den duur kon hij zich niet meer verenigen met de kloosterregels en trad (als zovelen in die tijd) in 1967 uit. Hij werd enige tijd later aangesteld als onderzoeker aan de UvA (Entomologie). Zoals wel vaker, sloegen uitgetredenen wel erg door in hun verlangen naar deelname aan de 'maatschappij'. In 1975 kwam ook hij op de grote reünie van de kweekschool Magister Vocat.
Ga met de muis over de foto.
  Fragmenten lesbrieven Theowald

Fragmenten uit de lesbrieven van Theowald van Leeuwen. Hij maakte voor elke bijeenkomst een gestencilde lesbrief ('syllabus'). Gaandeweg groeide dit uit tot een aardig 'boekwerk' waarmee de cursisten doorgaans goed uit de voeten konden. Inhoudelijk was het niveau niet hoog, maar de manier waarop Theowald er mee werkte was zeer enthousiasmerend. ('Het kost veel tijd voor je veel dingen weet!').
En wat anno 2014 wel opgemerkt mag worden: Hij deed het helemaal voor niets!

Ga met de muis over de afbeelding hierboven.

Boekje NGC 1965

Boekje 1965 Inhoud

1965 - De cursus verscheen in een ordentelijk boekje met schetsen en met tekeningen, meeste van Marius Kolvoort.

Piet Steltman vertelt in dit videofragment over de allereerste cursus 'Opleiding Natuurgids' die door Br Dr. Theowald werd verzorgd. Dat gebeurde in het toenmalige broederhuis aan de Stadhouderskade, achter het zogenaamde Bernarduspoortje. Het was in 1961-62 toen Piet nog op de Hervormde Kweekschool ('HKS', Amsterdam) zat. Ook zijn klasse- en latere echtgenote Jannie volgde deze cursus.

Interview 2013; 1:48

Diploma Piet S

Hiernaast het diploma Natuurgids van Piet Steltman, die de allereerste cursus Natuurgids heeft gevolgd. Deze eerste keer werden de diploma's officieel uitgereikt door Jaap van Dijk.
Ga met de muis over het diploma.

Theowald verzorgde nog enkele jaren de NGC. In 1964 werden de diploma's uitgereikt door Jan Nijkamp. (Muis - over)

Op de tabbladen iets meer over de eerste natuurgidsencursus 1961-1962).
Diploma-uitreiking 1964
Diploma-uitreiking in 1964
(Theowald en Nijkamp).
Diploma Jannie Steltman
Het diploma van Jannie Steltman. Dit zou als "eerste" moeten worden getoond.
Niet zozeer omdat zij een dame is, maar omdat zij een nog lager nummer heeft!

 

Cursussen nemen toe in aantal en inhouden

Het initiatief 'Cursus Opleiding Natuurgids' vond al snel navolging, als bijvoorbeeld in Den Haag onder leiding van Jan Nijkamp, en in Maastricht onder leiding van Dr. P.J. van Nieuwenhoven.
Het aantal natuurgidsen stijgt, en hoe!

  • 1965 - meer dan 400 natuurgidsen.
  • 1967 - 684 einde van hetjaar
  • 1969 - 848 begin van de zomer

Rechts: Piet van Nieuwenhoven met echtgenote Lily Sunier in een BWO-kamp, jaren '60.

Piet van Nieuwenhoven met gade

Sommige 'volleerde' natuurgidsen hadden affiniteit tot het eigenlijke cursuswerk en gingen er zich dan ook mee bezighouden. Zo maakte Huub Gilissen (Maastricht) een werkstuk over de 'Tien Geboden voor de Natuurgids'. Dit geeft aan dat niet alleen de kennis van de natuurobjecten en -verschijnselen aan bod moet komen, maar dat er óók in toenemende mate aandacht komt voor de didactiek: hoe breng je kennis, kunde, maar vooral ook enthousiasme, betrokkenheid over?

  • Piet S over de cursus
  • Ton L over Jan Nijkamp
  • Huub G over Piet vN
  • Huub G 10 Geboden
  • X-sluit

Interview 2013; 2:19

De cursusleiders gaven de opleiding natuurgids eigen accenten vanuit de eigen omgeving en hun eigen opvattingen. Echte standaardinhouden waren (nog) niet geformuleerd. Maar veruit de meesten waren zeer betrokken en enthousiasmerend. Bovendien ontwikkelde door de activiteiten van meerdere docenten én cursisten zich het denken óver de cursus en wat de natuurgids er mee zou moeten doen.
Hierover gaat dit fragment van Piet Steltman.

Ton Lommers volgde in de jaren zestig de opleiding natuurgids gegeven door Jan Nijkamp.
Jan was een zeer enthousiasmerende docent, die mensen leerde op alle mogelijke manieren naar de natuur te kijken en daar over te vertellen. Ton heeft dit zelf ook uitgedragen in zijn eigen (vele!) werk als natuurgids, docent en begeleider van deze cursus.

Interview 2014; 1:22

Huub Gilissen (bouwjaar 1945) volgde van 1960-1965 de kweekschool in Maastricht. Zijn biologieleraar was Piet van Nieuwenhoven, met wie Huub een zeer goede band opbouwde. Piet introduceerde Huub bij de verschillende organisaties op het gebied van natuur- en milieubescherming en educatie. Zo werd Huub secretaris bij het Natuurhistorisch Genootschap, waar Piet voorzitter van was.
In dit fragment vertelt Huub over de eerste les die hij van kweekschooldocent Piet van Nieuwenhoven kreeg. (De 'rode renet' is beter bekend als 'sterappel').

Interview 2014; 1:05

In dit fragment vertelt Huub Gilissen iets over Piet van Nieuwenhoven als docent in de natuurgidsencursus.
Huub volgde hem op als schoolbioloog bij de gemeente Maastricht en als hoofd van de educatieve dienst van het Natuurhistorisch Museum.
Later volgde hij Piet ook op als leraar natuuronderwijs aan de Pabo van de Hogeschool Maastricht (waarin de vroegere katholieke kweekschool was opgegaan).

Interview 2014; 0:40

Nieuwenhoven en Nijkamp

Piet van Nieuwenhoven (links) in geanimeerd gesprek met Jan Nijkamp. (Natuurhistorisch Maandblad 1971, ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum van het Natuurhistorisch Genootschap).

Piet Johan van Nieuwenhoven (1913-1991) studeerde biologie in zijn geboortestad Amsterdam. Hij promoveerde op een proefschrift inzake overwintering van vleermuizen.
Hij heeft een groot deel van zijn werkzame leven doorgebracht in Zuid-Limburg en heeft hier veel gedaan voor de natuur- en milieubescherming en -educatie. In Maastricht was hij leraar biologie aan de katholieke kweekscholen voor resp. jongens en meisjes, en gaf ook nog les aan de kweekschool in Heerlen. Daarnaast heeft hij een aantal jaren als schoolbioloog gewerkt voor de gemeente Maastricht.
Hij was ook actief in het Natuurhistorisch Genootschap, onder meer als voorzitter, en was hoofdredacteur van het Natuurhistorisch Maandblad. Hij organiseerde excursies voor onderwijsgevenden van de lagere scholen in en rond Maastricht. Ook was hij jaren lang docent in het Biologisch Werkkamp voor het Onderwijs (BWO).

Tenslotte was Piet van Nieuwenhoven ook nog docent aan de prille natuurgidsencursus in Heerlen, beginjaren '60, georganiseerd door Douwe Tasma.
Huub Gilissen werd door Piet van Nieuwenhoven geïntroduceerd bij de verschillende gremia waar Piet actief was. Huub noemt hem 'een soort Jac. P. Thijsse voor Limburg'. 'Piet legde overal in zijn activiteiten de nadruk op het directe contact met de natuur en op de didactiek: "je moest er een boel van weten, maar vooral je kennis op goede, pakkende wijze over kunnen dragen".'

Huub Gilissen
  1. Verkenning van het terrein
  2. Ontvangst van de deelnemers
  3. Inleiding
  4. Route met afwisseling
  5. Markante punten
  6. Spontane waarnemingen
  7. Gelegenheid tot genieten
  8. Het gaat om de natuur
  9. Gesprek
  10. Slot

Dit zijn de 'Tien Geboden voor de Natuurgids' zoals Huub Gilissen die in 1967 opstelde in zijn werkstuk voor de opleiding natuurgids. Ze werden onder meer gebruikt om boswachters van Staatsbosbeheer wat handiger te leren omgaan met belangstellend publiek.

'Tien Geboden voor de Natuurgids'

Huub Gilissen begon als onderwijzer in Maastricht, en was daarnaast zeer actief in de NME-wereld. Vanuit het Natuurhistorisch Genootschap richtte hij samen met Piet van Nieuwenhoven in 1979 het Centrum voor NatuurEducatie op. In 1995 is dit centrum zelfstandig doorgegaan als Stichting CNME en dit bestaat anno 2014 nog steeds.
Huub werd al heel jong uitgenodigd deel te nemen aan het BWO-kamp, eerst als kok, daarna als docent. Later werd hij leraar natuuronderwijs aan de Maastrichtse Pabo.

In dit fragment vertelt Huub iets over zijn examen natuurgidsencursus en meer in het algemeen over de omgang met mensen-in-de-natuur.

Interview 2014; 2:03

Op de tabbladen meer informatie over de verdere ontwikkeling van de natuurgidsencursus.

 

In deze beginjaren kregen de cursussen die door de onderscheiden afdelingen gegeven werden, veelal een eigen invulling. Die was mede afhankelijk van de cursusleider(s) en van de mogelijkheden die de eigen omgeving bood. Toen later het aantal cursussen steeds groter werd, ontstond behoefte aan een grotere afstemming.

Al in het najaar van 1962 stelde het Dagelijks Bestuur al enkele 'voorwaarden' voor het starten van een natuurgidsencursus. Daartoe behoorden onder andere:

  • de docent moest een 'vakman' zijn, een lesbevoegdheid biologie voor het middelbaar onderwijs hebben en een ruime veldbiologische ervaring
  • de cursus moest minimaal 12 avonden (bijeenkomsten) en (ongeveer 6) excursies tellen, en de docent moest een honorarium van f 500,- (kunnen) krijgen
  • de cursisten moesten bij de start al enige kennis hebben, moesten bereid zijn excursies te leiden en bereid zijn een 'examen' af te leggen.
Het Diploma Natuurgids kreeg allengs een bredere bekendheid en -zij het geen officiële- erkenning. Er moest derhalve meer eenvormigheid komen. Tegen het einde van de jaren '60 stelde het Landelijk Bestuur dan ook algemene, ook inhoudelijke, richtlijnen op.