Tijdsbeeld
Het neoliberaal gedachtegoed domineert
Over het algemeen ademen de jaren negentig een geest van optimisme. De Europese Unie krijgt steeds meer vorm. De gemeenschappelijke munt, de €, wordt in de steigers gezet (Verdrag van Maastricht, 1993). De economie groeit, er is welvaart, er kan meer 'geld verdeeld' worden.
Het neoliberale denken dringt steeds verder door in maatschappij en politiek Daardoor raken de klassiek-sociaaldemocratische ideeën steeds meer op de achtergrond. Zo schudde PvdA-premier Wim Kok 'de ideologische veren' af.
Nadat de Berlijnse Muur in 1989 was gevallen, verdwenen ook de overige Oost-Europese communistische dictaturen in hoog tempo. De Amerikaanse socioloog en filosoof Francis Fukuyama kondigde 'het einde van de geschiedenis' aan: de westerse liberale democratie had duidelijk gezegevierd en was de 'ultieme maatschappij- en regeringsvorm'. Andere maatschappelijk-politieke systemen zouden zich eveneens in deze richting ontwikkelen.
- Liberalisering
- X-sluit
De Nederlandse Spoorwegen werden medio jaren '90 gesplitst in NS (Reizigers) en ProRail. Doel was concurrentie mogelijk te maken waardoor prestaties zouden verbeteren en kosten worden verlaagd. Uiteindelijk zou de reiziger ervan profiteren. |
Beide kabinetten Kok waren een coalitie van PvdA met VVD en D66 ('Paars'). Zij zetten het neoliberale beleid, ingezet onder Lubbers, voort. Verwachtingen waren onder meer:
Uitvoering onder meer:
Gevolgen onder meer:
De liberalisering leidde ook tot een verandering in de systematiek van de overheidssubsidies voor tal van instellingen. |
![]() |
Digitalisering. De jaren negentig brachten de doorbraak van de computer en, later, van Internet, in zowel bedrijven en huishoudens als scholen. De maatschappij 'gaat massaal digitaal'. Binnen de natuurorganisaties was niet iedereen enthousiast voor deze 'technologische dominantie'. Maar het bleek onvermijdelijk - en bood ook voordelen. Hiernaast: de 'werkomgeving' van eindredacteur Henk van Halm. Deze foto sierde het M&N themanummer 'Werken met de Media' (1989). Henk had aanvankelijk weinig met computers op, maar zette toch al snel berichten op Teletekst zette - en ging uiteindelijk 'overstag'. Ga met de muis over de foto om de eerste IVN-website te zien (1997). Detail: Netscape was toen de meeste gebruike browser! |
Deze website was ontworpen door Aleid Jansen (links):
'Op termijn kan niemand meer om internet heen.'
In deze jaren ontwikkelen ook verschillende IVN-afdelingen
hun eigen sites
die deels via de landelijke site te bezoeken zijn.
Natuur en Milieu
Ook in dit decennium gaan natuur en milieu verder achteruit. In het begin van de jaren '90 is er nog steeds een flink besef onder de bevolking van deze problematiek. Overheden produceren meer wet- en regelgeving.
![]() |
In 1995 riep de Raad van Europa een Europees Natuurbeschermingsjaar
uit: N95 (het tweede na N70). Ofschoon natuurorganisaties in dit kader vele activiteiten organiseerden, had N95 lang niet het effect van N70. Harry Wals, oud-voorzitter van het IVN (1972-1977), was coördinator van het 'Nederlands Nationaal Comité'. Er werden vele activiteiten ondernomen. Onder meer waren er centrale thema's als: 'Plattelandsvernieuwing' en 'Natuur Nabij' (Natuur in Stad en Dorp). Ga met de muis over het logo om Harry te zien. |

Uit de veelheid van ontwikkelingen hier enkele aspecten:
- Er zijn spanningsvelden tussen verschillende maatschappelijke belangen. Zo zijn er aanspraken vanuit landbouw, natuur, stedenbouw, energieopwekking, industriële activiteiten. De politiek moet beslissen over de bestemming van de ruimte, opstellen van plannen en de gevolgen van activiteiten voor natuur en milieu.
- Tegenover de lobby's van belangengroepen staan de acties van milieuorganisaties. Bijvoorbeeld: Natuurmonumenten (gebieden beschermen en verwerven), Stichting Milieudefensie (milieuproblemen signaleren en eventueel actie ondernemen), Milieufederaties. Hierbij hoort ook educatie (IVN!).
- Natuur- en milieuproblemen worden als grensoverschrijdend erkend. Dat dwingt tot meer internationale samenwerking, zoals op Europees niveau.
- De milieuproblematiek heeft implicaties op juridisch-bestuurlijk en sociaal-economisch terrein en heeft ook alles te maken met de grote ongelijkheid tussen landen en volkeren.
- De Nederlandse overheid ontwikkelde in de jaren '90 actief beleid inzake natuur en milieu, waarbij 'duurzame ontwikkeling' een leidend principe werd.
- Milieuwetten
- Milieuproblemen
- Visies op natuurbescherming
- Natuur en wetgeving
- X-sluit
Een aantal natuur- milieuwetten. Vooral vanaf 1970 kwam veel wetgeving tot stand. | |||
Tot 1970 1928 1936 1961 1962 1967 |
1970 - 1980 1970 1970 1978 1979 |
1980 - 1990 1983 1985 1986 1986 |
1990 - 2000 1992 1993 1994 1998 2002 |
Een opsomming van (wereldwijde en lokale) milieuproblemen. Deze is bij lange na niet volledig. |
Koolstofdioxide is een broeikasgas! Ga met de muis over de afbeelding. |
|
Jan Pronk, minister van Ontwikkelingssamenwerking in Lubbers-III, stelde ooit eens: "De oorzaken van milieuproblemen zijn als volgt samen te vatten: 1. Er zijn te veel mensen 2. Mensen hebben te veel wensen 3. De productiewijzen zijn milieu- en mensonvriendelijk." Ongenuanceerd, maar met een grote kern van waarheid! |
De 'Amsterdamse Waterleidingduinen' - een multifunctioneel landschap. Ecoloog Dr. Frans Vera was voorstander van natuurgebieden waarin natuurlijke processen meer ruimte kregen. Hij was een van de grondleggers van het natuurgebied Oostvaardersplassen. De Ecologische hoofdstructuur is mede door hem opgesteld. |
Tot ca. 1970 - Opkopen en beschermen. Qua natuurbescherming was de belangrijkste activiteit het verwerven (kopen) van natuurterreinen en deze zo goed mogelijk te beheren en te beschermen. Dit beleid voortgezet waardoor bezittingen van organisaties als Natuurmonumenten en de Provinciale Landschappen uitgebreid werden. Het oprichten van Nationale Parken past hierin. Jaren '80 - Landschapsbehoud door combineren van functies. Natuurbeschermers, wetenschappers en beleidsmakers kregen meer oog voor de achteruitgang van natuurwaarden in het agrarisch gebied. Men wilde de verschillende waarden met elkaar 'verweven'. Landschappen konden meerdere 'functies' hebben (multifunctionaliteit). Hiertoe werden in 1985 gepresenteerd: het idee van de Nationale Landschappen en de Relatienota. Jaren '90 - Nieuwe natuur máken. In dit decennium wordt veel nieuw beleid voorbereid en geïnitieerd. Wetenschappers ontwikkelen het idee tot natuurontwikkeling, het herstel van natuurwaarden door de natuur zelf. Gedegenereerde gebieden konden worden opgekocht, en met een gericht beleid weer omgevormd worden tot natuurlijke gebieden. Daarin moesten dan vooral de natuurlijke factoren kunnen werken- de natuur moest zich zoveel mogelijk vrijelijk ontwikkelen. Deze gedachte werd met name toegepast in de Oostvaardersplassen en in gebieden langs de grote rivieren. |
De introductie van grote grazers, zoals deze Konikpaarden, in de Oostvaardersplassen had tot doel de vegetatie korte te houden en variabel te maken. Voorts zijn er ook edelherten uitgezet. De dieren planten zich snel voort en de 'overbevolking' leidt tot sterfte in de winter, en dat leidt weer tot discussies! |
Net over de grens van Zuid-Oost Drenthe, bij het Duitse stadje Twist, wordt het hoogveen nog steeds op grote schaal ontgonnen. De bergen turfstrooisel kun je beklimmen ... Video 2010; 0:34 |
En dat terwijl aan de Drentse zijde van de grens alles gedaan wordt om het regenwater vast te houden en zodoende het veen weer te doen groeien. Hierboven: Meerstalblok in Bargerveen, nog ontgonnen in de jaren '70. Ga met de muis over de foto om het 'herstel' te zien (groei van veenmos, Sphagnum spec.). |
Kaart van de EHS, 1990 (bron: LNV). |
1990 - Het Natuurbeleidsplan (NBP) wordt uitgebracht. Hoofddoelstelling: een duurzame instandhouding, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden. Kern is het inrichten van een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden. Dit is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Natuurterreinen worden beschermd, andere gebieden worden aangekocht voor natuurontwikkeling. |


IVN: groei, stabilisatie, veranderingen
- De groei van het IVN vlakt af. Er komen wel meer personeelsleden, en ook het werkveld verbreedt zich verder. In 1992 wordt de 175e afdeling opgericht ('Dwingelderveld', Drenthe).
- Het aantal aanmeldingen voor de WvK-kampen loopt verder terug.
- In de loop van dit decennium vermindert de subsidie vanuit het ministerie van L&V en krijgt een andere structuur in de vorm van projectfinanciering. Andere inkomstenbronnen worden noodzakelijk. Dit is een gevolg van de politieke achtergrond: meer eigen verantwoordelijkheid, meer marktwerking.
- 1991 - Het landelijk bureau verhuist naar het (verbouwde) Hugo de Vriescentrum in de Amsterdamse Plantagebuurt. In dit centrum vinden ook andere NME-organisaties onderdak.
- 1991-1992 - De huisstijl wordt vernieuwd, inclusief het logo.
- In dit decennium wordt de bestuurlijke structuur vernieuwd. Er komt een Verenigingsraad. Het IVN bezint zich op een vorming van een aparte structuur voor de beroepsgroep.
- 1994 - Natuurgidsendiploma nummer 10.000 wordt uitgereikt.
- 1996 - Het IVN ontvangt de 'Prins Bernhard Fondsprijs voor Natuurbehoud'.
- De digitalisering gaat verder. In 1997 wordt de website www.ivn.nl gepresenteerd. Er volgt al snel een landelijke internetsite voor natuur- en milieueducatie, de NME-rotonde.
- 1998 - Het tijdschrift Mens & Natuur verschijnt geheel in kleur.
- IVN en marktwerking
- X-sluit
Nico van der Veen publiceerde een artikel in Mens & Natuur, 1997, nr. 2 onder de titel: "Is marktgericht werken vies?" Na na zijn voorzitterschap was Nico nog jarenlang actief in het IVN, onder andere als lid van de redactie van M&N, waavoor hij veel artikelen schreef. |
Marketing omvat, in de klassieke betekenis, alle commerciële activiteiten ten behoeve van de afzet van goederen of diensten van producent naar consument. 'Marketing biedt ook een moderne ingang op leerprocessen. Marketing helpt bepalen wat voor inhoud je aan een tentoonstelling moet geven. Producten moeten ‘goed in de markt gezet worden’. Dat geldt ook voor cultuurproducten zoals een museum (kijk maar eens hoe de grote musea zich presenteren!). Het IVN moet ook meer en meer in marketingtermen denken, omdat er steeds minder staatssubsidie komt, en andere geldstromen geworven moeten worden. Het Landelijk Bureau moet voor een belangrijk deel kostendekkend werken, en moet een plek in de markt zoeken. ‘Medewerkers in bedrijven werken aan doelstellingen die vrij nauwkeurig geformuleerd zijn en als ze die halen, merken ze dat positief in hun beloning. Als ze de ‘targets’ niet halen, wordt het geen 13e maand!’ "Een handboek over reclame stelt dat het welslagen van een marketing operatie afhankelijk is van zes fundamentele vraagpunten en de antwoorden daarop. Wie, wat, waarom, wanneer, waar en hoe. Wie zijn de potentiële afnemers/consumenten? Wie vormen de doelgroep? Wat hebben we te bieden, wat is het product? Verken je markt, wat willen mensen leren? Waarom doen we het eigenlijk? Waarom deze producten? Wat is je missie? Etc. Dergelijke vragen helpen bij het bezinnen voor het beginnen!" |